Naar inhoud springen

Milaan-San Remo

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vlag van Italië Milaan-San Remo
Julian Alaphilippe wint Milaan-San Remo in 2019.
Julian Alaphilippe wint Milaan-San Remo in 2019.
Lokale naam Milano - Sanremo
Bijnaam La Primavera
La Classicissima
Sint-Jozefsklassieker
Regio Italië
Periode Midden maart
Organisator RCS Sport
Classificatie
Discipline Wegwielrennen
Type Eendagsklassieker
Internationale kalender UCI World Tour
Geschiedenis
Eerste editie 1907
Aantal edities 115 (2024)
Eerste winnaar Vlag van Frankrijk Lucien Petit-Breton
Laatste winnaar Vlag van België Jasper Philipsen
Laatste Bel. winnaar Jasper Philipsen (2024)
Laatste Ned. winnaar Mathieu van der Poel (2023)
Meeste zeges Vlag van België Eddy Merckx
(7 zeges)
Portaal  Portaalicoon   Wielersport

Milaan-San Remo (Italiaans: Milano-Sanremo) is de eerste grote klassieker van het wielerseizoen. Met 298 km is het in het moderne wielrennen de langste professionele eendagskoers van het jaar. Haar bijnaam is La Classicissima of La Primavera, De Lente, al spreken sommigen ook van la prima vera, de eerste ware wielerklassieker van het jaar.

Van 1935 tot en met 1953 werd deze wedstrijd verreden op 19 maart, de feestdag van Sint Jozef, vandaar zijn andere bijnaam, de Sint-Jozefsklassieker. Van 1954 tot 2012 vond de wedstrijd plaats op zaterdag die aanleunde bij 19 maart of op 19 maart als deze datum op een zaterdag viel. In 2013, 2014 en 2015 werd de wedstrijd op zondag verreden.[1] Vanaf 2016 wordt de wedstrijd weer op zaterdag verreden.

Van 1988 tot 2004 was het de eerste wedstrijd op de kalender van de wereldbeker. In 2005 werd hij opgenomen in de eerste editie van de UCI ProTour en sinds 2011 in de UCI World Tour. Alhoewel het niet meer de eerste eendagswedstrijd van de World Tour is, wordt het nog steeds beschouwd als de opener van de voorjaarsklassiekers.

Met zeven overwinningen is Eddy Merckx recordhouder. Costante Girardengo won de wedstrijd zes keer en behaalde tussen 1917 en 1928 een recordaantal van elf podiumplaatsen.

De snelste editie was in 1990. Gianni Bugno won in een recordtijd van 6 uur 25 minuten en 6 seconden, een gemiddelde van 45,8 kilometer per uur. De traagste editie was die van 1910: 12 uur en 24 minuten.

Milaan-San Remo is samen met de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije een van de vijf Monumenten van het wielrennen. Van deze vijf wordt Milaan-San Remo beschouwd als sprintklassieker.

Van 1999 tot 2005 werd ook een wedstrijd voor vrouwen gehouden (de Primavera Rosa), op dezelfde dag als de mannenwedstrijd, maar over een kortere afstand.

Het idee voor een wielerwedstrijd van Milaan naar San Remo kwam van de Unione Sportiva Sanremese. Een eerste amateurwedstrijd werd op 2 en 3 april 1906 gereden over twee etappes (Milaan-Acqui en Acqui-San Remo). De wedstrijd kende bij aanvang echter weinig succes. Daarop opperde journalist Tullo Morgagni, die in 1905 al de Ronde van Lombardije gelanceerd had, het idee om een professionele wielerwedstrijd op één dag te organiseren over het traject. Hij legde het project voor aan de directeur van La Gazzetta dello Sport, Eugenio Costamagna, die de organisatie op zich nam.[2]

Op 14 april 1907 vond de eerste officiële editie van Milaan-San Remo plaats: 60 renners schreven zich in, maar slechts 33 verschenen om vijf uur 's ochtends aan de start bij de herberg Conca Fallata. Deze aanvangseditie werd in ijskoude weersomstandigheden gereden en na een tumultueuze finale (de Fransman Garrigou duwde de Italiaan Gerbi van de weg af en werd gediskwalificeerd) gewonnen door de Fransman Lucien Petit-Breton, die de 286 kilometer aflegde met een gemiddelde snelheid van 26,206 km/h. Veertien renners bereikten de finish.

De wedstrijd was een commercieel succes en trok een internationaal deelnemersveld aan, waarop de Gazzetta dello Sport in 1908 de tweede editie organiseerde, gewonnen door de Belg Cyrille Van Hauwaert. De eerste Italiaanse winnaar van Milaan-San Remo was Luigi Ganna die in 1909 met een uur voorsprong won op de Fransman Émile Georget.

In 1910 verwierf de Primavera een plaats in de legende door de extreme weersomstandigheden. Renners zochten hun toevlucht voor een hevige sneeuwstorm in de huizen langs de weg en vier van de 63 starters bereikten de finish. Winnaar was de Fransman Eugène Christophe, die ervan overtuigd was dat hij de verkeerde weg genomen had en niet besefte dat hij als eerste San Remo bereikt had.

Na de pioniersjaren kwam het tijdperk van Costante Girardengo, die zijn naam onuitwisbaar aan de klassieker zou verbinden. Tussen 1917 en 1928 eindigde Girardengo elf keer op het podium, waarvan zes keer als winnaar. De jaren daarop werden gekenmerkt door de rivaliteit tussen Learco Guerra en Alfredo Binda, die door hun wedijver enkele zekere overwinningen uit handen gaven. Een soortgelijke rivaliteit werd in de jaren 40 gezien in de mythische jaren van Fausto Coppi en Gino Bartali. Milaan-San Remo was razend populair en de Italiaanse pers begon te spreken over de Classicissima. In 1949 lag de aankomst voor het eerst op de iconische Via Roma, een bedrijvige winkelstraat in het centrum van San Remo.

Vanaf de jaren 50 wonnen vooral Vlaamse en Spaanse spurters en brak een periode van zeventien jaar aan zonder Italiaanse overwinning. In 1960 voegde wedstrijddirecteur Vincenzo Torriani de beklimming van de Poggio, net voor de aankomst in San Remo, aan het parcours toe. Bedoeling was om de finale zwaarder te maken, maar de beslissing had niet het verhoopte effect en de reeks buitenlandse overwinningen werd voortgezet.

In 1966 begon het tijdperk Eddy Merckx, die met zeven overwinningen recordhouder is. Zeven overwinningen is ook het historische record van een renner in één enkele klassieker. Na Merckx' laatste overwinning in 1976 kon geen enkele renner Milaan-San Remo nog domineren tot 1997, toen de Duitse sprinter Erik Zabel een reeks van vier overwinningen en twee tweede plaatsen neerzette.

Memorabele edities in de jaren 90 waren die van 1992, toen Sean Kelly in de afdaling van de Poggio bij Moreno Argentin kwam en hem vervolgens vloerde in een sprint met twee; en die van 1999, toen Andrei Tchmil met een demarrage op één kilometer van de finish nipt uit de greep van een spurtend peloton, aangevoerd door Zabel, bleef. In 2004 had Zabel een vijfde keer kunnen winnen, maar hij stak zijn handen te vroeg in de lucht en de Spanjaard Óscar Freire won zijn eerste van drie Primavera's.

In 2008 was de Zwitser Fabian Cancellara de eerste winnaar op een nieuwe aankomst, de Lungomare Italo Calvino. Cancellara eindigde daarna nog vier keer op het podium, maar niet meer als winnaar. In 2009 kende de Primavera haar honderdste editie, gewonnen door de Brit Mark Cavendish, die bij zijn eerste deelname de Duitser Heinrich Haussler versloeg in een millimeterspurt.

De editie van 2013, voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog op een zondag, werd een epische wedstrijd. Door hevige sneeuwval en vriestemperaturen werd de wedstrijd na 117 km stilgelegd in Ovada.[3][4] Even werd overwogen de editie af te gelasten, maar de renners werden met bussen naar Arenzano vervoerd, waar de koers hervat werd voor de resterende 120 km. De wedstrijd werd gewonnen door de Duitser Gerald Ciolek.[5]

In de editie van 2015 was de aankomst, na zeven jaar aan de kust, opnieuw op de Via Roma. De Duitser John Degenkolb won in de spurt voor Alexander Kristoff, die het jaar voordien won. Koersdirecteur Mauro Vegni wil de aankomst permanent op de Via Roma houden.[6]

De klassieker werd in 2020 uitgesteld en verplaatst naar 8 augustus vanwege de coronapandemie.

De wedstrijd werd van bij haar oorsprong opgevat als een rechte lijn vanuit Milaan, het industriële hart van Noord-Italië, naar San Remo, de mondaine en culturele badstad aan de Italiaanse Rivièra. De start is op de Piazza del Duomo in Milaan en vervolgens gaat het richting zuidwesten, over voornamelijk vlakke wegen in Lombardije, naar Ligurië. De tweede helft van de koers loopt langs de badplaatsen aan de Ligurische kust via de Via Aurelia tot in San Remo.

De voornaamste moeilijkheid zit in de afstand. Milaan-San Remo is met haar 298 kilometer de langste wedstrijd van het seizoen, maar desondanks eindigde de wedstrijd vaak in een massasprint. In de beginjaren was de Passo del Turchino de enige noemenswaardige hindernis in het parcours, zowat halfweg koers, maar was deze wel vaak beslissend.

Om het parcours selectiever te maken en niet-sprinters meer kansen te geven op een overwinning, werden in de loop der jaren verscheidene hellingen in het parcours opgenomen. In 1960 werd de Poggio di San Remo, een korte helling vlak bij de aankomst, in het parcours gevoegd. In 1965 werd ook de klim van Merlo in het parcours opgenomen (de eerste 6 km van de Colle del Melogno), maar ondanks een 'ongunstige' uitkomst voor de spurters (de Nederlander Arie den Hartog won na een ontsnapping met drie) werd het experiment niet herhaald.[7]

In de laatste 35 km moeten de renners ook over een opeenvolging van korte Capi, de Capo Mele, Cervo en Berta. In de jaren 1980 werd de Cipressa op 22 km voor het einde ingevoegd.

De Primavera heeft in haar geschiedenis drie aankomsten gekend: de Corso Felice Cavalotti (1907-1948), de Via Roma (1949-2007) en de Lungomare Italo Calvino (2008-2014). Sinds 2015 ligt de aankomst opnieuw op de Via Roma.

Parcourswijzigingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Ondanks deze ingrepen is het traject van Milaan-San Remo bijzonder trouw aan haar oorspronkelijke parcours, zeker in vergelijking met de andere Italiaanse klassieker, de Ronde van Lombardije, of de Ronde van Vlaanderen, die elk jaar aanzienlijke parcoursveranderingen ondergaan. Er gaan al langer stemmen op om het parcours van Milaan-San Remo te wijzigen -lees: lastiger- te maken. De wielerklassieker sleurt al enkele decennia een imago van 'loterijkoers' met zich mee, met voornamelijk sprinters op de recente erelijst, wat weegt op het prestige van de wedstrijd. Om daar wat aan te veranderen, probeert de organisatie het parcours nog steeds selectiever te maken met nieuwe beklimmingen. Zo werd in de editie van 2008 de beklimming van Le Manie vroeg in het parcours ingelast.

In september 2013 werd bekendgemaakt dat een nieuwe beklimming zou worden toegevoegd tussen de Cipressa en de Poggio: de Pompeiana, een lastige klim met een gemiddeld stijgingspercentage van 5% en maximaal 13%. In februari 2014 besloot de organisatie de beklimming toch niet op te nemen vanwege het slechte wegdek van de Pompeiana. Ook in het parcours voor 2015 werd de Pompeiana niet opgenomen.[8]

Ondanks het vlakke parcours en lange aankomstlaan, is het ook voor sprinters geen sinecure om de wedstrijd te winnen. Vaak wint niet de snelste, maar de sterkste en best voorbereide sprinter van het peloton. Sprintersploegen moeten het soms afleggen tegen aanvallers die op de laatste hellingen of in de straten van San Remo hun kans wagen. Goede voorbeelden zijn Laurent Jalabert en Maurizio Fondriest die in 1995 op de Poggio ontsnapten en wegbleven tot de finish. Ook Paolo Bettini kon in 2003 een aanval afronden en in 2012 won Simon Gerrans een sprint met drie voor Fabian Cancellara en Vincenzo Nibali.

Lijst van winnaars

[bewerken | brontekst bewerken]

1907 · Vlag van Frankrijk Lucien Petit-Breton
1908 · Vlag van België Cyrille Van Hauwaert
1909 · Vlag van Italië (1861-1946) Luigi Ganna
1910 · Vlag van Frankrijk Eugène Christophe
1911 · Vlag van Frankrijk Gustave Garrigou
1912 · Vlag van Frankrijk Henri Pélissier
1913 · Vlag van België Odiel Defraeye
1914 · Vlag van Italië (1861-1946) Ugo Agostoni
1915 · Vlag van Italië (1861-1946) Ezio Corlaita
1916 · Niet verreden
1917 · Vlag van Italië (1861-1946) Gaetano Belloni
1918 · Vlag van Italië (1861-1946) Costante Girardengo
1919 · Vlag van Italië (1861-1946) Angelo Gremo
1920 · Vlag van Italië (1861-1946) Gaetano Belloni
1921 · Vlag van Italië (1861-1946) Costante Girardengo
1922 · Vlag van Italië (1861-1946) Giovanni Brunero
1923 · Vlag van Italië (1861-1946) Costante Girardengo
1924 · Vlag van Italië (1861-1946) Pietro Linari
1925 · Vlag van Italië (1861-1946) Costante Girardengo
1926 · Vlag van Italië (1861-1946) Costante Girardengo
1927 · Vlag van Italië (1861-1946) Pietro Chesi
1928 · Vlag van Italië (1861-1946) Costante Girardengo
1929 · Vlag van Italië (1861-1946) Alfredo Binda
1930 · Vlag van Italië (1861-1946) Michele Mara
1931 · Vlag van Italië (1861-1946) Alfredo Binda
1932 · Vlag van Italië (1861-1946) Alfredo Bovet
1933 · Vlag van Italië (1861-1946) Learco Guerra
1934 · Vlag van België Jef Demuysere
1935 · Vlag van Italië (1861-1946) Giuseppe Olmo
1936 · Vlag van Italië (1861-1946) Angelo Varetto
1937 · Vlag van Italië (1861-1946) Cesare Del Cancia
1938 · Vlag van Italië (1861-1946) Giuseppe Olmo
1939 · Vlag van Italië (1861-1946) Gino Bartali
1940 · Vlag van Italië (1861-1946) Gino Bartali
1941 · Vlag van Italië (1861-1946) Pierino Favalli
1942 · Vlag van Italië (1861-1946) Adolfo Leoni
1943 · Vlag van Italië (1861-1946) Cino Cinelli
1944-1945 · Niet verreden
1946 · Vlag van Italië (1861-1946) Fausto Coppi
1947 · Vlag van Italië Gino Bartali
1948 · Vlag van Italië Fausto Coppi

1949 · Vlag van Italië Fausto Coppi
1950 · Vlag van Italië Gino Bartali
1951 · Vlag van Frankrijk Louison Bobet
1952 · Vlag van Italië Loretto Petrucci
1953 · Vlag van Italië Loretto Petrucci
1954 · Vlag van België Rik Van Steenbergen
1955 · Vlag van België Germain Derycke
1956 · Vlag van België Fred De Bruyne
1957 · Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Miguel Poblet
1958 · Vlag van België Rik Van Looy
1959 · Vlag van Spanje (11 okt. 1945- 20 jan. 1977) Miguel Poblet
1960 · Vlag van Frankrijk René Privat
1961 · Vlag van Frankrijk Raymond Poulidor
1962 · Vlag van België Emile Daems
1963 · Vlag van Frankrijk Joseph Groussard
1964 · Vlag van Verenigd Koninkrijk Tom Simpson
1965 · Vlag van Nederland Arie den Hartog
1966 · Vlag van België Eddy Merckx
1967 · Vlag van België Eddy Merckx
1968 · Vlag van Duitsland Rudi Altig
1969 · Vlag van België Eddy Merckx
1970 · Vlag van Italië Michele Dancelli
1971 · Vlag van België Eddy Merckx
1972 · Vlag van België Eddy Merckx
1973 · Vlag van België Roger De Vlaeminck
1974 · Vlag van Italië Felice Gimondi
1975 · Vlag van België Eddy Merckx
1976 · Vlag van België Eddy Merckx
1977 · Vlag van Nederland Jan Raas
1978 · Vlag van België Roger De Vlaeminck
1979 · Vlag van België Roger De Vlaeminck
1980 · Vlag van Italië Pierino Gavazzi
1981 · Vlag van België Fons De Wolf
1982 · Vlag van Frankrijk Marc Gomez
1983 · Vlag van Italië Giuseppe Saronni
1984 · Vlag van Italië Francesco Moser
1985 · Vlag van Nederland Hennie Kuiper
1986 · Vlag van Ierland Sean Kelly
1987 · Vlag van Zwitserland Erich Mächler
1988 · Vlag van Frankrijk Laurent Fignon
1989 · Vlag van Frankrijk Laurent Fignon

1990 · Vlag van Italië Gianni Bugno
1991 · Vlag van Italië Claudio Chiappucci
1992 · Vlag van Ierland Sean Kelly
1993 · Vlag van Italië Maurizio Fondriest
1994 · Vlag van Italië Giorgio Furlan
1995 · Vlag van Frankrijk Laurent Jalabert
1996 · Vlag van Italië Gabriele Colombo
1997 · Vlag van Duitsland Erik Zabel
1998 · Vlag van Duitsland Erik Zabel
1999 · Vlag van België Andrei Tchmil
2000 · Vlag van Duitsland Erik Zabel
2001 · Vlag van Duitsland Erik Zabel
2002 · Vlag van Italië Mario Cipollini
2003 · Vlag van Italië Paolo Bettini
2004 · Vlag van Spanje Óscar Freire
2005 · Vlag van Italië Alessandro Petacchi
2006 · Vlag van Italië Filippo Pozzato
2007 · Vlag van Spanje Óscar Freire
2008 · Vlag van Zwitserland Fabian Cancellara
2009 · Vlag van Verenigd Koninkrijk Mark Cavendish
2010 · Vlag van Spanje Óscar Freire
2011 · Vlag van Australië Matthew Goss
2012 · Vlag van Australië Simon Gerrans
2013 · Vlag van Duitsland Gerald Ciolek
2014 · Vlag van Noorwegen Alexander Kristoff
2015 · Vlag van Duitsland John Degenkolb
2016 · Vlag van Frankrijk Arnaud Démare
2017 · Vlag van Polen Michał Kwiatkowski
2018 · Vlag van Italië Vincenzo Nibali
2019 · Vlag van Frankrijk Julian Alaphilippe
2020 · Vlag van België Wout van Aert
2021 · Vlag van België Jasper Stuyven
2022 · Vlag van Slovenië Matej Mohorič
2023 · Vlag van Nederland Mathieu van der Poel
2024 · Vlag van België Jasper Philipsen

Meervoudige winnaars

[bewerken | brontekst bewerken]
Overwinningen Renner Land Jaren
7 Eddy Merckx Vlag van België België 1966, 1967, 1969, 1971, 1972, 1975, 1976
6 Costante Girardengo Vlag van Italië (1861-1946) Italië 1918, 1921, 1923, 1925, 1926, 1928
4 Gino Bartali Vlag van Italië Italië 1939, 1940, 1947, 1950
Erik Zabel Vlag van Duitsland Duitsland 1997, 1998, 2000, 2001
3 Fausto Coppi Vlag van Italië Italië 1946, 1948, 1949
Roger De Vlaeminck Vlag van België België 1973, 1978, 1979
Óscar Freire Vlag van Spanje Spanje 2004, 2007, 2010
2 Gaetano Belloni Vlag van Italië (1861-1946) Italië 1917, 1920
Alfredo Binda Vlag van Italië (1861-1946) Italië 1929, 1931
Giuseppe Olmo Vlag van Italië (1861-1946) Italië 1935, 1938
Loretto Petrucci Vlag van Italië Italië 1952, 1953
Miguel Poblet Vlag van Spanje Spanje 1957, 1959
Laurent Fignon Vlag van Frankrijk Frankrijk 1988, 1989
Sean Kelly Vlag van Ierland Ierland 1986, 1992

Overwinningen per land

[bewerken | brontekst bewerken]
Overwinningen Land
51 Vlag van Italië Italië
23 Vlag van België België
14 Vlag van Frankrijk Frankrijk
7 Vlag van Duitsland Duitsland
5 Vlag van Spanje Spanje
4 Vlag van Nederland Nederland
2 Vlag van Australië Australië, Vlag van Ierland Ierland, Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk, Vlag van Zwitserland Zwitserland
1 Vlag van Noorwegen Noorwegen, Vlag van Polen Polen, Vlag van Slovenië Slovenië
  • (it) (en) Officiële website
Zie de categorie Milan-Sanremo van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.